De Stichting is wetenschappelijk actief en heeft in samenwerking met de vakgroep Plastische Chirurgie van het UMCG en de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie ruim 300.000 cosmetisch geneeskundige behandelingen geanalyseerd. Het betrof behandelingen door cosmetisch artsen en verpleegkundigen. Het door de Stichting opgezette programma voor verpleegkundigen bleek even veilig als de behandeling door cosmetisch artsen. Deze resultaten zijn gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift Aesthetic Surgery Journal.

​

Bovendien heeft de Stichting in samenwerking met eerdergenoemde vakgroepen de eerste onafhankelijke randomized clinical trial verricht naar welk merk fillers superieur is; deze resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift Journal of the American Academy of Dermatology.

​

Bij oprichting beschreef de redactie van SKIPR de Stichting als volgt:

 

''Inzet verpleegkundigen in cosmetische geneeskunde wordt werkelijkheid. Stichting integratie cosmetische geneeskunde begeleidt organisaties bij transitie.''

​

Injectiebehandelingen met Botox en andere laagcomplexe cosmetisch geneeskundige behandelingen mogen door verpleegkundigen worden uitgevoerd. Het Zorginstituut Nederland (ZiN) heeft hiertoe zijn doorzettingsmacht ingezet, nadat de medische beroepsverenigingen niet tot een gezamenlijk standpunt kwamen. Het ZiN heeft dit bindend vastgelegd in het Kwaliteitskader Cosmetische Zorg. De Stichting Integratie Cosmetische Geneeskunde (StICG) zet zich nu in voor een harmonieuze implementatie van dit kwaliteitskader.​​

​

In de woorden van oprichtend stichtingsvoorzitter Stijn Bauland:

​

"Nederland loopt internationaal achter op het gebied van de integratie van verpleegkundigen en andere zorgprofessionals in de cosmetische geneeskunde. Onze verpleegkundigen zijn hoog opgeleid en zeer vakkundig en zorgen in alle andere takken van de geneeskunde ervoor dat de zorg betaalbaar en bereikbaar is. Zij zijn waardevol en uitermate geschikt om ook een rol te hebben in een cosmetisch geneeskundig team."